(over)organisatie in Nederland

(Over)Organisatie in Nederland 

Een hartekreet 


At van Rijsdam
16 februari 2021


Afgelopen weekend las ik in de Volkskrant van 13 februari 2021 een boeiende analyse van Sander van Walsum over corona en vrieskou. Een beknopte samenvatting geef ik hier weer. 


Van Walsum concludeert: "Een epidemie en een paar dagen vorst brengen de weeffouten in het Nederlandse organisatiemodel onbarmhartig aan het licht. Met alle gevolgen van dien."  
Hij schrijft verder:
"De Nederlandse logistiek is geënt op het voorzienbare en niet op het onvoorstelbare. De eventualiteit van een weekje matige tot strenge vorst is voor ProRail geen reden om tot de aanschaf van dure, vorstbestendige voorzieningen over te gaan. Het toeslagenstelsel was geënt op een negatief mensbeeld, maar niet op de eventualiteit van ongewenste neveneffecten. En het stelsel van gezondheidszorg was niet ingericht op de mogelijkheid van een pandemie - die een kordate centrale aanpak vereist." 

Van Walsum besluit zijn analyse met: "Misschien kunnen aan het Nederlandse organisatiemodel argumenten ter ontkrachting van complottheorieën worden ontleend. Die stoelen tenslotte op de gedachte dat talloze mensen gedurende een lange reeks van jaren een boze schijnwerkelijkheid in stand houden. Nederland zou tot zo'n krachttoer bij benadering niet in staat zijn. Gelukkig maar." 


Deze analyse geeft voeding aan mijn steeds groeiende verbazing over de manier waarop Nederland door de overheid is en wordt georganiseerd.

Onder het mom van "zorgvuldigheid en betrouwbaarheid", "goede communicatie" en "inspraak/medezeggenschap" wordt praktisch ons hele leven van wieg tot graf georganiseerd. 


Echter, steeds meer landgenoten ontwikkelen een weerzin tegen alle regels en voorwaarden die bedacht zijn om ons land bestuurbaar te houden. De regels worden steeds meer genegeerd en overtreden met alle gevolgen van dien. 

Zonder een sociologisch betoog te houden wil ik trachten een beeld te schetsen van de mogelijke oorzaken. 

De weerstand tegen de overheid wordt, zeker onder bepaalde groepen in de samenleving, groter en die uit zich in demonstraties, bedreigingen van politici maar ook in de onderlinge verhouding tussen mensen. De lontjes worden korter. 

De rijksoverheid reageert daar naar mijn mening heel rigide op met een, laten we zeggen, zwalkend en ondoordacht beleid, vaak bedacht op de tekentafel. 


Een treffend voorbeeld is het Covid19-beleid. Natuurlijk is deze pandemie uitzonderlijk, maar je mag toch van de overheid enige duidelijkheid en richting verwachten. 

Het kabinet probeerde voorzichtig allerlei maatregelen te nemen. Het begon met een "intelligente lockdown" waarin het kabinet slechts dringende adviezen gaf: Je handen stuk wassen, anderhalve meter afstand houden, geen handen geven en meer van dit toch voorzichtige en redelijk vrijblijvende zaken.

Maar een kind kon aanvoelen dat deze toestand onhoudbaar zou worden. Als je kijkt naar de strengere maatregelen die de landen om ons heen afdwongen, kun je constateren dat onze regering rekende op de redelijkheid en het gezonde verstand van de bevolking.  

Heel sympathiek en de meeste mensen hielden zich aan de adviezen maar de al aanwezige weerstand tegen de overheid groeide, zeker toen de maatregelen te weinig resultaat bleken te hebben en strengere maatregelen werden aangekondigd en zelfs een noodwet werd opgesteld met vergaande bevoegdheden welke (gelukkig) door het parlement zijn afgezwakt.


Het ontwikkelde tijdspad moest een vergezicht bieden hoelang de maatregelen zouden duren en wanneer versoepelingen konden worden verwacht. De ontwikkelingen gingen echter veel sneller dan het kabinet had gedacht. Er is nu een strenge lockdown en zelfs een avondklok. De "routekaart" wordt steeds verder opgerekt, als deze al wordt toegepast. 

Kijkend naar het beleid omtrent het testen, de vaccinatie, de verdeling van IC-bedden, de steeds strengere lockdown, de avondklok, de voorzichtige versoepelingen wat schoolgaande kinderen betreft, vind ik dat allemaal wel begrijpelijk vanwege de bijzondere situatie, maar toch voor veel mensen redenen genoeg om te protesteren en soms ook om te gaan rellen. 


Juist vandaag (16 febr. 2021) is de chaos rond de avondklok echt losgebarsten.  
Eerst de rechtbank die vonniste dat de avondklok per direct moest worden opgeheven, vervolgens vanavond schortte het gerechtshof die uitspraak op tot het hoger beroep van komende vrijdag wordt behandeld. En nu weer met spoed een nieuwe wetsaanpassing om, mocht het gerechtshof de uitspraak van de rechtbank handhaven, alsnog de avondklok in stand te houden. Kortom weer een staaltje van ongelofelijk opportunisme en feitelijke miskenning van de rechterlijke macht door het kabinet dat dacht weg te komen met een zo zware maatregel als de avondklok met een juridisch zwakke basis, waarover de eerste kamer zich nog moest uitspreken. De steun voor alle coronamaatregelen komt nu steeds meer onder druk te staan. 


De bezuinigingen op en privatisering van de zorg wreekt zich nu wel heel erg. Iedereen, ook de overheid, vindt de mensen in de zorg helden, maar de terechte vraag voor een passende beloning voor de handen aan het bed wordt niet gehonoreerd. De noodlijdende geestelijke gezondheidszorg, met name onder jongeren, is een drama aan het worden die de gemeenten maar moeten oplossen. 
Nu het kabinet ook nog demissionair is lijkt de regie verdwenen. 


De rijksoverheid heeft de afgelopen decennia steeds meer van haar uitvoerende macht overgedragen aan gemeenten, provincies, sociale diensten, waterschappen, de Dienst Uitvoering Onderwijs, min of meer permanente commissies en adviesorganen, instanties als de Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank, RIVM, UWV, en ga zo maar door. De overheid moest dichter bij de burger komen. 


Kijk dan maar eens naar de uitvoering van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Hoe krampachtig gaat de lokale en de landelijke overheid daarmee om. Als burger heb je volgens deze wet het recht om bepaalde overheidsdocumenten op te vragen. Wat je dan krijgt -als je het al krijgt- zijn documenten waarvan grote delen tekst zijn weggelakt. Hoezo de overheid dichter bij de burger brengen! 


De verdeling van de macht lijkt op zich geen verkeerde denkwijze, maar lijkt vooral te zijn ingegeven door bezuinigingen.  
Met name is bij de gemeenten veel "over de schutting gegooid" zonder de daarbij horende geldstromen. De rijksoverheid moest kleiner en dus goedkoper en de burger moest veel meer zelf gaan doen.  


Echter, de vaststelling van wet- en regelgeving is vaak het resultaat van uitputtend overleg tussen politici en ambtenaren, terwijl de uitvoeringsorganisaties ver van de wetgevende macht zijn geplaatst, waardoor het zicht op die uitvoering verdwenen is. Met de praktische uitvoerbaarheid houden politici zich niet bezig. Zij zijn ook niet echt geïnteresseerd in hoe dramatisch de uitvoering soms verloopt. De voorbeelden hiervan zijn overal te vinden. 

Een gevolg hiervan was echter dat de greep van de rijksoverheid op haar burgers kleiner werd. De vrijheid van de burgers leek toe te nemen waardoor bij de overheid de angst voor misbruik/fraude door de burger groter werd. Diverse signalen waren voor de kabinetten van de afgelopen 10 jaar steeds vaker een reden voor een strengere aanpak van die zogenaamde fraude. Grote woorden werden gebruikt om die aanpak te rechtvaardigen. Er werd zelfs een ministeriële commissie opgetuigd. Waartoe dit heeft geleid is schokkend. Zie de toeslagenaffaire kinderopvang. Duizenden mensen zijn heel vaak ten onrechte aangemerkt als fraudeur, met desastreuze gevolgen.

Diverse kabinetten waren van deze misstanden op de hoogte, maar omdat de uitwerking van dit soort regelingen zo verspreid is onder verschillende ministeries en instanties, waren de betrokken ministers niet erg bereid om in te grijpen. Kijk maar naar het rapport Ongekend Onrecht van de ondervragingscommissie met een snoeihard oordeel over de handelswijze van de overheid. 


Mijn ernstige bedenkingen tegen de huidige overheid worden gevoed door de kennelijke pogingen om angst te zaaien. Is dat een krampachtig poging de weggegeven macht een beetje terug te winnen?  

Om de haverklap worden we om de oren geslagen met weer een Code Rood of een Code geel als er iets zou kunnen gebeuren waar niemand iets aan kan doen. We worden overspoeld met cijfers en grafieken. De technische briefings van het RIVM aan het parlement worden live op tv uitgezonden. Ik word er vaak niet wijzer van en, vrees ik, kamerleden ook niet. 

De vaak onbegrijpelijke cijfers over de corona-besmettingen, de strenge handhaving van de corona-maatregelen, de cijfers over ziekenhuisopnames, de cijfers over de bezetting van IC-bedden, winterse kou, gevaarlijk ijs, zomerse hitte, harde wind, hoge waterstanden, lage waterstanden, blaadjes op de rails, vastgevroren wissels op het spoor, allergie veroorzakende pollen in bepaalde jaargetijden, gegevens over fijnstof, CO2, Uv-straling, zonkracht, allemaal zaken waarvoor de overheid ons door middel van codes probeert te waarschuwen, in plaats van iets te doen aan zaken waar wel iets aan te doen is. 


Waarom eigenlijk? Wat wil de overheid bereiken met ons te overspoelen met statistieken? Ons bang maken en houden? Meer macht? Meer controle? 
Denkt de overheid dat wij niet verstandig genoeg zijn om onszelf een beetje te beschermen? Welk belang dient zij? 

De overheid ontpopt zich naar mijn mening als een soort vader die koste wat kost wil voorkomen dat zijn kinderen zich pijn doen. En dat vaak nog met harde hand. 


Maar juist datgene waartegen de overheid de burger dient te beschermen is, zoals ik hierboven al heb opgemerkt, vaak veroorzaakt door de overheid zelf. Onze overheid heeft weinig tot geen inzicht of zelfs maar interesse in de zaken die de burger echt belangrijk vindt. Dat geldt ook voor het parlement. Het is toch opmerkelijk dat er nu 41 politieke partijen zijn die meedoen aan de verkiezingen in maart. Ons land versplintert steeds meer. Hoe zou dat komen? 

Ik voel mij in de beide Kamers steeds minder vertegenwoordigd, hoewel ik van enkele kamerleden van verschillende partijen wel een hoge dunk heb.

 

Ik heb geen pasklare oplossingen en ik heb heel veel vragen waarop ik het antwoord niet weet, maar toch maak ik mij zorgen over de staat van dit land.  


Ik verafschuw onze afrekencultuur.  
Ik baal van het gebrek aan visie, het gebrek aan echt nadenken over de (verre) toekomst.  
Ik wil geen politici die niet verder willen denken dan hun eigen ambtstermijn of hun eigen carrière.
Ik vind het verschrikkelijk dat grote multinationals hier het politiek-economische klimaat bepalen, terwijl zij hun uiterste best doen om hun winsten zo groot mogelijk te maken en tegelijkertijd zo min mogelijk belasting te betalen, alles ten faveure van de aandeelhouders.


En toch wijzen de komende landelijke verkiezingen niet op een wezenlijke politieke verandering, laat staan een die naar mijn mening noodzakelijk is. 
Ik heb behoefte aan bewindslieden (de letterlijke betekenis van het woord minister is toch: dienaar?) en volksvertegenwoordigers (in de letterlijke betekenis) die een visie hebben over de toekomst en hoe we die kunnen bereiken of ik het er nu mee eens ben of niet. 


Dan heb ik echt iets te kiezen.